Herfst in Verrebroek

Ook na de zomervakantie staat de tijd niet stil in Verrebroek. Sinds begin september konden we ongeveer 500 schoolkinderen welkom heten op onze site. Maar ook het onderzoek loopt nog steeds verder als een trein. Naast enkele mooie vondsten, werd ook en bodemprofiel van wel 300 m lang bestudeerd.

Bij de start van het nieuwe schooljaar, zijn ook heel wat klassen opnieuw onze site komen bezoeken. In totaal konden we reeds een 500 tal kinderen uit de naburige scholen welkom heten in onze tijdscapsule en op de prehistorische site. Naast de rondleidingen op het terrein zelf, volgden de scholen ook een archeologie atelier in de klas zelf, ingericht door onze collega’s van Erfpunt.

Ook in de tweede helft van onze opgraving blijven we bijzondere vondsten aantreffen in het veld. Zo vond collega Benjamin onlangs nog een grote afslag en zien we collega Shanah een stuk natuursteen vrij leggen. Natuursteen komt maar zelden voor op prehistorische sites in Zandig Vlaanderen, dus een vondst als deze is meer dan welkom!

Vorige week nog kregen ons team van archeologen bezoek van onze bodemkundigen. Er werd met de kraan een bodemprofiel van wel 300 m aangelegd om de bodemopbouw van het terrein beter te kunnen bestuderen.

Van jong naar ouder (van boven naar onder) vinden we verschillende lagen terug die telkens typerend zijn voor een stukje van de landschapsvorming.

  1. Tijdens de 15de en de 16de eeuw was het terrein onderhevig aan getijdenwerking. Het bovenste bruingrijze bodempakket kent dan ook een typische gelaagdheid.
  2. Door het afsmelten van de ijskappen en een zeespiegelstijging ontstond een moeraslandschap (vanaf 5000 BP). De zwarte veenlaag stamt uit deze periode.
  3. Toen het klimaat geleidelijk warmer en natter werd (ca. 10 000 BP), kwam een podzolprofiel tot stand. Dit is de witgrijze laag.
  4. Daaronder ligt een geel pakket, aangebracht door de wind in het Toendralandschap tijdens de ijstijden (20 000-10 000 BP).
  5. Het onderste grijsgroene zand werd afgezet door een ondiepe zee tussen ongeveer 5 en 2,5 miljoen jaar geleden.
Het landschap evolueerde dus van een zee (ca. 5 – 2,5 miljoen jaar geleden), naar een toendra (20.000-10.000 BP), naar een moeras (vanaf 5.000 BP)  naar wat we uiteindelijk kennen als de Vallei van de Boven-Schelde met invloed van het getij.
Voor wie wil zetten we op 2 november nog een laatste keer de deuren open voor het brede publiek. Een bezoek is gratis, maar inschrijven verplicht. Jong en oud kunnen er naast een begeleid bezoek aan de site en de tijdscapsule ook kennis maken met Dorothee! Onze vriendin uit de prehistorie neemt je graag mee op een reis doorheen de tijd. Inschrijven kan via publiekswerking@baac.be.
 

Een nieuw hoofdstuk in ons prehistorisch verhaal

Het is reeds een half jaar geleden dat ons team van archeologen en bodemspecialisten zich terugtrok uit de Waaslandhaven. Gedurende deze figuurlijke winterslaap hebben we natuurlijk niet stil gezeten. De informatie die verzameld werd gedurende de campagne in de nazomer van 2015 werd uitvoerig onderzocht door onze specialisten en de eerste resultaten vlijtig neergepend.

In eerste instantie werden 6500 units uitgeschept en gezeefd, waarna het overgebleven vondstmateriaal onderzocht werd. Maar niet enkel het materiaal zelf speelt een rol in ons onderzoek, ook de spreiding ervan is van groot belang. Zo werd in onze database ook de vondstenaantallen per unit genoteerd. Met deze informatie kunnen spreidingskaarten of distributiekaarten ontwikkeld worden. Zoals op de afbeelding. Deze spreidingskaarten kunnen ons onder meer inzichten geven over hoe onze prehistorische voorouders hun kampen inrichten en vertellen meer over hun leefgewoontes. Naast het ontwikkelingen van distributiekaarten werd ook ingezet op Paleolandschappelijk onderzoek. Hiervoor verwijzen we graag naar een vorige post met betrekking tot de profieltransecten. 

verspreidingskaartjes

Een distributiekaart met hoge vondstendensiteit.

Vanaf juni zal onze archeologenkaravaan terug halt houden in Beveren. In eerste instantie wordt het terrein klaargestoomd en wordt de infrastructuur aangelegd. Vanaf juli zullen we normaliter terug op volle toeren draaien met het gravend onderzoek. De tweede fase van dit prehistorisch onderzoek vergt een beduidend grootsere aanpak dan de vorige. Tijdens deze campagne zullen namelijk ruw geschat 30000 units worden uitgeschept, gezeefd en gesplitst. Dit is bijna 5 keer zoveel als tijdens de vorige fase.

Ook nu houden we jullie graag op de hoogte van het reilen en zeilen op de site en kunnen jullie gedurende de hele zomer ons verhaal via deze blog blijven volgen.

neo
Een voorbeeld van Neolithisch vondstmateriaal.
vroeg meso
Een voorbeeld van Vroeg Mesolithisch vondstmateriaal.
 

“Winterslaap”

De laatste vakjes werden geschept en gezeefd, de laatste profieltransecten geregistreerd en bemonsterd. Het terrein werd opgeruimd en zo verdwijnt het team van archeologen terug van het veld, toch voor 2015. Maar we zitten niet stil. Onze specialisten zullen zich de komende maanden verder buigen over de vondsten en intussen worden ook de eerste voorbereidingen getroffen voor de tweede fase van dit project. We hopen jullie dan ook in 2016 verder te kunnen informeren over het reilen zeilen van dit project.
Tot slot nog enkele cijfers:
Er werden ongeveer 6500 vakjes geschept en gezeefd, verdeeld over zes putten. Dit alles leverde meer dan 30 000 vondsten op: voornamelijk vuursteenartefacten (zowel kleine splinters als volledige gebruiksvoorwerpen), maar daarnaast zijn ook heel wat hazelnootfragmenten, stukjes verbrand bot en enkele aardewerkfragmenten aangetroffen. Tevens is bijna 350 lopende meter bodemprofiel gefotografeerd en opgetekend.

Profieltransecten en dendrochronowat?!

De afgelopen week waren de weergoden ons gunstig gezind en werden we gezegend met een prachtige nazomer. Ideale weersomstandigheden voor ons team! Naast de opgravingsputten waar de archeologen op zoek gaan naar artefacten en sporen, gaan de bodemkundige collega’s op zoek naar de geheimen van de bodem. Zo werden de afgelopen weken verschillende profielputten aangelegd. Eén van deze profielputten meet maar liefst 125 meter en loopt dwars door de natste delen van het onderzoeksgebied. Door middel van deze profielputten wordt onder andere de gelaagdheid van onze bodem bestudeerd.

Het beschrijven van een profiel.

Het beschrijven van een profiel.

Op de foto’s is duidelijk een donker, dik veenpakket te zien. Dit veen zou tussen 2000 en 5000 jaar oud zijn, op basis van gelijkaardig bodemonderzoek in de omgeving. Er werden geen artefacten of menselijke resten aangetroffen in ons veenpakket. Ongeacht de leeftijd zouden dergelijke vondsten door de conserverende werking van het veen, erg goed bewaard kunnen zijn. Wat we wel aantroffen waren verschillende stammen van ontwortelde bomen. Aangezien deze bomen werden overgroeid door het veenpakket zijn ze dus ook tussen de 2000 en 5000 jaar oud.

Wanneer onze bomen voldoende jaarringen hebben, kunnen ze gebruikt worden voor dendrochonologie. Een dateringstechniek op basis van de jaarringen van bomen. Bomen zijn stress gevoelig en dit weerspiegeld zich in de jaarringen. Deze zijn streek en soort gebonden. Veel van deze patronen zijn reeds opgenomen in dateringskalenders.  Op die manier kunnen bijvoorbeeld houten voorwerpen binnen een archeologische context gedateerd worden. Wanneer bomen gevonden worden met een hogere leeftijd, kunnen de dateringskalenders ook verder worden aangevuld. We hopen dan ook dat onze bomen hier verder een rol kunnen inspelen.